Rieten dak 0000.0012

 

Vervolg literatuur

- Stiehl, Otto, Der Wohnbau des Mittelalters. Deel in de serie 'Handbuch der Architektur', Zweiter Teil: 'Die Baustile', 4. Band: 'Die romanische und die gotische Baukunst', Zweites Heft. Leipzig (Kröner), 1908. [396 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 291-292

- Vries, D.J. de, met medewerking van F.C. Berkenvelder & W.J. Bloemink & J. Hollestelle, "Over pannen en daktegels: traditie en innovatie in de late middeleeuwen". In: A.C.F. Koch & C.J. Kolman & D.J. de Vries, "Verstening in drie IJsselsteden". In: Overijsselse Historische Bijdragen, 1985, blz. 23-146. [Overdruk; 123 blz. ISBN -; hierin blz. 83-146]. Zie blz. 84-85: "Organische dakbedekkingsmaterialen".

- Meischke, R., De gotische bouwtraditie. Amersfoort (Bek­king), 1988_cop. [305 blz. ISBN 90.6109.1977]. Hierin "Huizen en keuren": blz. 208-253 (Bewerking van eerdere publicatie in: J.G.N. Renaud (red.), "Rotterdam Papers II", Rotterdam, 1975, blz. 89-116). Hierin o.a. "Strooien en rieten daken": blz. 229-230, "Het schindeldak": 232-233 (let op: volgens Meischke is een schindeldak een vorm van een rieten dak, waarbij diverse lagen leem tussen de riet-lagen aangebracht worden. Velen gebruiken "schindel" als synoniem voor ^dakspaan)

- Velde Harsenhorst, Jochem de & Matth van Rooden, Onderhoud van rieten daken. Bro­chure in de serie 'RDMZ-info', reeks 'Restaura­tie en beheer', nr 11. Zeist (RDMZ), 1998 (herdrukt: 2000). [8 blz. ISSN -].

- Griep, Hans-Günthel, Das Bürgerhaus in Goslar. Deel in de serie 'Das Deutsche Bürgerhaus', nr 1. Tübingen (Wasmuth), 1984^{ongewijzigde herdruk van druk uit 1959.} [186 blz. plus 55 blz. foto's, ISBN 3.8030.0002.5]. Hierin o.a.: blz. 52 (In Goslar waren nog tot in de 19e eeuw strodaken gebruikelijk: ze moesten vóór 1854 verwijderd worden. Voor dakbedekking werd algemeen aan stro en riet de voorkeur gegeven boven leien. Voor een strodak was 6 jaar oogst nodig), 181^{noot 37})

- Rothuizen, E.J., Dakbedekkingen. Amsterdam (Van Mantgen & De Does), 1912_voorwoord.  [220 blz. ISBN -]. Hierin "Riet en stroo": blz. 193-202, 218-219

Zie verder volgende kaart